Aanvullende onderzoeken kunnen afwijkend zijn ter bevestiging van de diagnose, maar kunnen ook normaal zijn. Een normaal resultaat sluit de ziekte niet uit.
De belangrijkste aanvullende onderzoeken zijn:
Bloedonderzoek labo
Ontstekingsmarkers
De bloedbezinking of sedimentatie van rode bloedcellen (=BSE) en het C-reactief proteïne (=CRP) zijn bloedmarkers die kunnen stijgen bij ontsteking.
Die markers zijn aspecifiek: vele andere factoren buiten spondylitis, zoals een infectie, kunnen de waarden doen stijgen.
De markers kunnen ook negatief (=normaal) zijn, zelfs tijdens een opstoot.
Reumafactoren
In tegenstelling tot sommige andere vormen van reuma zijn ze negatief: spondylitis wordt “seronegatief reuma” genoemd.
HLA-B27
Soms kan de bepaling van HLA-B27 nuttig zijn. Lees meer hierover op de pagina erfelijkheid.
- 9% van de normale populatie is HLA-B27 positief.
- 90% van patiënten met spondylitis is HLA-B27 positief, 10% ervan is HLA-B27 negatief.
De bepaling van HLA-B27 gebeurt in centrale bloedtransfusiecentra. De bepaling kost zowat 30€ en wordt niet terugbetaald door het ziekenfonds.
Medische beeldvorming
Tekenen van spondylitis die worden opgespoord met medische beeldvorming zijn:
- Tekenen van gewrichtsontsteking. De eerste tekenen van gewrichtsontsteking zijn te zien in de weke delen van het lichaam: zwelling van het gewrichtsslijmvlies of synovia. In een latere fase van de ziekte, meestal na verschillende jaren ziekte-activiteit, zijn beenderige afwijkingen zichtbaar.
- Syndesmofyten. Verbeende uitsteeksels op de wervels groeien in vertikale richting naar elkaar toe en vormen beenderige overbruggingen van de wervelgewrichten.
Als die overbruggingen op meerdere niveau’s van de wervelzuil te zien zijn, spreekt men van “bamboo spine” of bamboewervelzuil.
- Osteoporose. Veralgemeende botontkalking is vaak ernstig bij spondylitis, zelfs op jonge leeftijd. Hoewel er verbeningen en vergroeiingen in de wervelzuil kunnen optreden bij spondylitis, maakt deze osteoporose de wervelzuil kwetsbaar voor breuken.
De opnames waarmee men beelden van bepaalde delen van het lichaam kan krijgen gebeuren met verschillende types apparaten.
Röntgenfoto (RX)
Gewone röntgenopnamen tonen alleen botafwijkingen.
Beenderige afwijkingen bij gewrichtsontsteking zijn pas laattijdig te zien, meestal pas na enkele jaren. Voorbeeld:

1 Wazige aflijning van de gewrichtsspleet.
2. Onregelmatige vergroeiing van het gewricht.
3 Volledige vergroeiing van beide SIGs.
www.asas-group.org)
CT-scan
Een CT-scan maakt eveneens gebruik van röntgenstralen. Een belangrijk verschil met gewone radiografie is dat de verkregen beelden geen projectie, maar een doorsnede van het lichaamsdeel zijn. Als men alle doorsneden achter elkaar bekijkt, ziet men een driedimensionele voorstelling van het lichaamsdeel, net als een film. Een CT-scan levert meer gedetailleerde beelden van beenderen op dan radiografie, maar stelt de patiënt wel bloot aan een grotere dosis straling.
NMR = MRI
Nucleaire magnetische resonantie NMR (Engels: magnetic resonance imaging) kan naast botweefsel ook weke delen tonen.
In een vroeg stadium van spondylitis zijn bij deze techniek vochtstapeling in het bot of botoedeem en afwijkingen van het gewrichtsslijmvlies of synovia zichtbaar.
Het beeld hieronder toont een opname van een bekken (sacro-iliacale gewrichten). De witte vlek bij de rode pijl is afkomstig van botoedeem dat samengaat met plaatselijke ontsteking. Deze vochtopstapeling kan met conventionele RX niet worden gezien.
Nadeel van NMR is dat je als patiënt langere tijd moet stilliggen. NMR is ook zowat 10 keer duurder dan CT.
Auteur: Dr. B. Liekens, 09-03-2015 (laatste aanpassing 29-12-2015)
Leden en geregistreerde gasten kunnen hier een meer uitgebreide beschrijving lezen.