Medisch uitgebreid – behandeling medicatie niveau3

Behandeling

remming prostaglandinesynthese

Situering

Prostaglandines zijn stoffen die onder meer door hun vaatverwijdend effect een rol spelen in ons afweersysteem. Ons lichaam maakt zelf aan uit fosfolipiden via het linker pad.

Arachidonzuur cyclus (Kumar et al, 2008)

Arachidonzuur cyclus
(Kumar et al, 2008)

Twee enzymen spelen in dit schema een belangrijke rol.
Het eerste is Fosfolipase dat fosfolipiden uit de celmembraan omzet naar arachidonzuur, het tweede Cycloxygenase dat het ontstane arachidonzuur omzet in prostaglandine. Als één van deze twee minder actief is, wordt minder prostaglandine gevormd, waardoor het ontstekingsproces afneemt.

Corticosteroïden

Corticosteroïden worden in onze bijnier geproduceerd, en hebben een remmende werking op enzyme fosfolipase. Eens de werking ervan gekend was werden ook synthetische vormen ervan ontwikkeld, zoals Prednison®, Prednisolon®, methylprednisolone Medrol®, …
Omdat steroïden hoog zitten in de ontstekingscascade is de ontstekingsremmende werking ervan erg sterk, maar zijn de nevenwerkingen (maagproblemen, botontkalking en vermindering van de spiermassa), ook belangrijk, vooral bij langdurig gebruik.
Hoewel het gebruik ervan langs algemene weg wordt verlaten bij AS, is lokaal gebruik onder vorm van inspuiting in een gewricht in bepaalde gevallen aangewezen.

NSAID’s

Ontstekingsremmers, als groep aangeduid als NSAID’s remmen de werking van Cyclooxygenase, het enzym dat arachidonzuur verder omzet naar prostaglandine.
Dit enzyme cyclooxygenase bestaat in 2 vormen: cyclooxygenase1=COX1 en cyclooxygenase2=COX2. De prostaglandines die gevormd worden door de enzymwerking van COX1 op arachidonzuur hebben een andere functie dan de prostaglandines die ontstaan door COX2-werking op arachidonzuur.

Niet-specifieke NSAID’s
De eerste generaties NSAID’s remden de werking van zowel COX1 als COX2. Om deze reden zegt men dat producten uit deze groep een niet-specifiek anti-inflammatoir effect hebben.

Verschillende werking van COX1 en COX2 (vertaald van www.sciencemag.com)

Verschillende werking van COX1 en COX2 (vertaald van www.sciencemag.com)

In bovenstaand schema zie je dat door COX1+COX2 remming niet alleen “pijn en inflammatie” worden gedempt, maar ook “maagbescherming”. Gebruik van deze medicijnen kan dus (ernstige) maaglast veroorzaken.
Tot deze groep van geneesmiddelen behoren (naast acetylsalicylzuur – Aspirine®, dat een plaatsje apart inneemt):

Tabel van verschillende NSAID's (© VVSA)

Tabel van verschillende NSAID’s
(© VVSA)

COX2-selectieve NSAID’s

Om minder bijwerkingen t.h.v. de maag te bekomen, werden geneesmiddelen ontwikkeld die niet COX1, maar wel COX2 remmen: de COX2-selectieve NSAID’s.
Voorbeelden van deze groep NSAID’s zijn etoricoxib Arcoxia®, celecoxib Celebrex® en parecoxib Dynastat®.
In 2004 werd rofecoxib Vioxx®, dat ook in deze groep hoort, in België van de markt gehaald wegens bijwerkingen op hart en bloedvaten.

Beschikbaarheid

Zoals in de tabel van de NSAID’s vermeld zijn er beperkingen op het voorschrijven van phenylbutazone. Veel van de overige geneesmiddelen (zowel niet-specifieke NSAID’s als COX2-selectieve NSAID’s) zijn ook in generische vorm beschikbaar.

ontstekingsremming via de TNF-cascade

Sinds ongeveer 15 jaar is er voor AS een ware medicamenteuze revolutie begonnen: de ontwikkeling van anti-TNF behandeling.

Wat is TNF?

TNF-α is een kluwen van 3 eiwitketens, elk opgebouwd uit 212 aminozuren. Het is een cytokine: een molecule die werkt in de acute fase van ontsteking of inflammatie. TNF zit ingebouwd in de celmembraan (pro-TNF) van witte bloedcellen, voornamelijk macrofagen en monocyten, en kan van daar uit, onder invloed van specifieke enzymes (TACE), vrij komen in de bloedcirculatie (s-TNF).

Structuur anti TNF (nfs.unipv.it)

Structuur anti TNF
(nfs.unipv.it)

Wat doet TNF?

TNF bindt met een receptor: TNF-R1, die zich in alle lichaamscellen bevindt, of TNF-R2, die zich alleen in cellen van het immuunsysteem bevindt.
Eenvoudig voorgesteld, kan dit mechanisme worden vergeleken met het systeem sleutel-slot, waarbij TNF sleutel is, en de receptor het slot.
Door deze binding TNF/TNF-R ontstaat een waterval van chemische reacties die celactivering wordt genoemd. Dit leidt, in geval van ankyloserende spondylitis, tot een lokaal ontstekingsfenomeen met de typische kenmerken: rubor-calor-dolor-tumor (roodheid-warmte-pijn-zwelling).

Rol van TNF (vertaald van www.cell.com)

Rol van TNF
(vertaald van www.cell.com)

Wat is anti-TNF?

Deze eiwitten worden gemaakt via een biologisch proces: vandaar de naam biologicals.
Verschillende moleculen anti-TNF zijn in België op de markt:

Verschillende biologicals (©jrheum.org)

Verschillende biologicals
(©jrheum.org)

Hoe werkt anti-TNF?

Werkingsmechanisme anti-TNF (www.jneuroinflammation.com)

Werkingsmechanisme anti-TNF (www.jneuroinflammation.com)

Anti-TNF bindt zich aan TNF of diens receptor in het lichaam, en verhindert op die manier de celactivering door TNF.
Meer informatie kan je vinden bij reumanet.

 

 

Auteur: Dr. B. Liekens, 09-03-2015 (laatste aanpassing 16-01-2016)